
Het grootste drijvende windmolenpark ter wereld, gerund door oliegigant Equinor, is officieel in gebruik genomen voor de kust van Noorwegen. Ondanks de bijdrage aan de vermindering van de CO2-uitstoot zijn de reacties van milieuactivisten gemengd.
Lancering van Hywind Tampern
Oliegigant Equinor, bekend om zijn fossiele brandstoffen, staat achter het gigantische Hywind Tampern windmolenpark dat voor de westkust van Noorwegen ligt. Dit drijvende windmolenpark, dat 88 MW energie zal genereren, gebruikt een nieuwe technologie om 11 reusachtige turbines aan de zeebodem te verankeren. De energie die het produceert, is bestemd om nabijgelegen olie- en gasplatforms van stroom te voorzien.
Dit ambitieuze project heeft voor verdeelde reacties gezorgd onder milieuactivisten. Hoewel de meesten het erover eens zijn dat het windmolenpark zal helpen de emissies van de olie- en gasvelden te verminderen, zijn er velen die vinden dat het tijd is om volledig te stoppen met het boren naar fossiele brandstoffen. Deze verdeeldheid onderstreept de complexiteit van de uitdagingen waarmee de overgang naar hernieuwbare energie gepaard gaat.
Equinor heeft samengewerkt met de oliebedrijven OMV en Vaar Energi om het windmolenpark te realiseren. Het project begon met het produceren van energie in november en heeft eerder deze maand zijn volle productiecapaciteit bereikt. Dit is een belangrijke mijlpaal voor Equinor en zijn partners, en een grote stap voorwaarts in hun inzet voor de transitie naar hernieuwbare energie.
Windenergie voor koolstofintensieve platforms
De energie die door het windmolenpark wordt geproduceerd, zal naar verwachting ongeveer 35% van de energiebehoefte van vijf offshore olie- en gasplatforms in de Noordzee dekken. Deze platforms staan bekend om hun hoge koolstofintensiteit omdat ze meestal diesel of gas gebruiken om hun machines te laten draaien. Het gebruik van windenergie om deze platforms van stroom te voorzien, is dus een significante stap in de richting van de vermindering van hun CO2-uitstoot.
Vermindering van CO2-uitstoot
Volgens Equinor zal het elektrificeren van de platforms met windenergie leiden tot een vermindering van de CO2-uitstoot met ongeveer 200.000 ton per jaar. Dit komt overeen met 0,4% van de totale CO2-uitstoot van Noorwegen in 2022, wat een niet te verwaarlozen bijdrage is aan de vermindering van de uitstoot van het land.
Noorwegen's ambitieuze windenergie doelstelling
Noorwegen heeft ambitieuze plannen op het gebied van offshore windenergie. Het land streeft ernaar om tegen 2040 30 gigawatt aan offshore windenergie te genereren. Dit zou het huidige energieproductievermogen van het land verdubbelen, en daarmee een belangrijke rol spelen in het streven naar klimaatneutraliteit.
Equinor's doelstellingen voor hernieuwbare energie
Equinor heeft zichzelf een ambitieus doel gesteld: het wil tegen 2030 zijn geïnstalleerde capaciteit van hernieuwbare energie verhogen van 0,6 GW naar 12-16 GW. Grote offshore windprojecten, zoals Hywind Tampen, worden gezien als de belangrijkste drijvende kracht achter deze groei. Maar het blijft een uitdaging om deze doelen te bereiken, gezien de huidige beperkte bijdrage van hernieuwbare energie aan de totale energieproductie van het bedrijf.
Ondanks de inspanningen van Equinor blijft Greenpeace sceptisch. De milieuorganisatie wijst erop dat slechts 0,3% van de gezamenlijke energieproductie van de 12 grootste Europese energiebedrijven in 2022 afkomstig was uit hernieuwbare bronnen. Hieruit blijkt dat er nog veel werk aan de winkel is voordat we van een echte groene energietransitie kunnen spreken.